In functie van je risicoprofiel zet je de overtollige liquiditeiten van je vennootschap aan het werk via een kapitalisatiecontract (tak 26 – naar Belgisch recht of branche 6 – naar Luxemburgs recht) of een DBI-bevek.
DBI-bevek
Misschien heeft de bank je al gecontacteerd om via je vennootschap te beleggen in fondsen. Wellicht gaat het dan over een belegging in een DBI-fonds. DBI staat voor Definitief Belaste Inkomsten.
DBI-fondsen zijn 100% aandelenfondsen waarvan de dividenden en gerealiseerde meerwaarden (voor het grootste deel) vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting.
Heeft je vennootschap een lange beleggingshorizon en een dynamisch beleggersprofiel, dan kan een DBI-bevek een interessante piste zijn om je slapende cash te activeren.
Bespreek een instap altijd eerst met je accountant, want een belegging in een DBI-fonds kan in sommige gevallen leiden tot het verlies van het verlaagd tarief (20%) vennootschapsbelasting. Dit is het geval wanneer de aandelenbelegging van je vennootschap meer dan 50% bedraagt van de som van haar fiscaal kapitaal, de belaste reserves en de herwaarderingsmeerwaarden. Weet ook dat eventuele minwaarden van een DBI-fonds fiscaal niet aftrekbaar zijn.
Tak 26 kapitalisatiecontract
Voor wie minder risico wil nemen, kapitaalsgarantie en een kortere beleggingstermijn wenst, kan een Tak 26 kapitalisatiecontract een alternatief zijn.
Een tak 26 is een spaarverzekering met vaste termijn, naar Belgisch recht, waarbij de interesten kapitaliseren. Er geldt 100% kapitaalsgarantie van bij de aanvang van het contract. Er zijn geen premietaksen verschuldigd en ook geen beurstaks. De verzekeraar waar ons kantoor mee samenwerkt rekent bovendien geen instapkosten en geen uitstapkosten aan. Dat betekent dat deze oplossing zeer flexibel is voor het geval je moeilijk kan inschatten hoelang je de cash kan missen.
Op de interesten geldt roerende voorheffing van 30%. Het verlaagd tarief (20%) vennootschapsbelasting is nooit in gevaar bij een Tak 26. Gezien de beperkte maar zekere opbrengst en de flexibele uitstapmogelijkheden, is een Tak 26 vooral interessant als alternatief voor een spaarrekening, bij een defensief beleggersprofiel, en wanneer je niet op voorhand weet hoe lang je je cash kan missen.
Bovendien is de boekhoudkundige verwerking zeer eenvoudig. Het volstaat jaarlijks de de globale poliswaarde inclusief de gerealiseerde meerwaarde op te nemen in de boekhouding. Het gerealiseerde rendement wordt onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Bij opname wordt 30% roerende voorheffing ingehouden door de verzekeraar, maar vennootschappen mogen deze verrekenen met de reeds betaalde en te betalen vennootschapsbelasting.
Branche 6
Acht je een 100% aandelenbelegging (DBI bevek) te risicovol voor je vennootschap, en wens je eerder neutraal te beleggen, dan is een “Branche 6” misschien wel voor jou.
Een Branche 6 is een beleggingsverzekering met vaste termijn, naar Luxemburgs recht, gekoppeld aan beleggingsfondsen, en dus zonder kapitaalsgarantie. Die fondsen kunnen zowel aandelenfondsen als gemengde of obligatiefondsen zijn, in functie van je beleggersprofiel. De verzekeraar waar ons kantoor mee samenwerkt, rekent geen instapkosten en geen uitstapkosten aan. Ook deze oplossing is dus flexibel.
Op de gerealiseerde meerwaarden geldt roerende voorheffing van 30%, die verrekenbaar is met de vennootschapsbelasting. Het verlaagd tarief (20%) vennnootschapsbelasting is ook hier nooit in gevaar. Zowel de gerealiseerde als de latente minwaarden zijn aftrekbaar.
Branche 6 is volgens ons een oplossing voor de cash in je vennootschap die je minstens 5 jaar kan missen en wanneer je beleggersprofiel minstens neutraal is.
Graag meer uitleg over de mogelijkheden van het activeren van de cash in je vennootschap? Boek een afspraak in onze agenda, of contacteer Annelies.